Als technisch opgeleid mens na LTS, MTS, HTS en geroken aan het universitaire onderwijs van de wis- en natuurkunde moest op een zeker moment eerst de verdere wereld worden ontdekt voor ik mij wilde binden. Dat buitenspelen blijkt de inspiratie tot alles.
Opgegroeid op een boerderij waar ieder zijn deel moest bijdragen (piepers jassen, bedden opmaken, onkruid wieden op je knietjes, of piepers of bollen rooien) was de binding met grond en ruimte er met de paplepel ingegoten. Regelmatig kan ik er met mijn moeder van 91 jaar nog op terugblikken en komen relikwieën uit die tijd te voorschijn.
Begonnen als werktuigbouwkundig ingenieur op diverse ingenieursbureaus, die wereld omvattende zaken voortbrachten, kwam mijn aandacht terug naar het alledaagse toen ik bij Dienst Openbare Werken in Amsterdam kwam werken bij Riolering en Waterbeheersing. Met mijn eerst verdiende geld in loondienst kocht ik in 1980 mijn eerste woonhuis aan de Nekkerweg en ging nu precies 30 jaar geleden samenwonen met Annet. Verbouwend en liefhebbend verrees daar van alles en liepen na een aantal reizen er ook een paar spruiten rond, Roy en Jorn. Al deze zaken waar nog erg op mijzelf gericht. Dit zou veranderen nadat ook Middenweg 65 was verbouwd en ik gevraagd werd bij de schoolactiviteiten van de Bonte Klaver. Verkeersveiligheid, het fietspad en Middenweg 60 km brachten mij al insprekend, vergaderend en schrijvend meer naar buiten. Op die school liep onderwijl dochter Mette en na ons trouwen in 1992 (om reden dat de rechten van Annet toen werden achtergesteld als samenwonende) kwam er ook nog een dochter Ike bij.
Onderwijl was ik ook bezig de techniek meer op de achtergrond te brengen en hield ik me meer met de bedrijfsvoering van grote organisaties bezig. Op mijn 50ste heb ik een complete 3 jarige bedrijfskundige avondopleiding afgerond gevolgd met een jaar Management Leergang Amsterdam. Mijn oriëntatie was inmiddels van techniek naar mens veranderd.
Omstreeks 1998 ben ik mij voor de lokale politiek gaan inzetten en heb mij uiteindelijk bij de Beemster Polder Partij aangesloten. Ik merkte dat ik daar met mijn ideeën dwars over mocht gaan, niet gehinderd door enig partijdogma. Vanaf 2002 heb ik zitting in de raad van Beemster en hou mij in hoofdzaak met Financiën en Algemene zaken bezig maar kijk zeer geïnteresseerd naar Grond en Samenleving. Daar komt de openheid van het landschap en zijn de kwetsbaren in samenleving aan de orde. Bij dat laatste ligt mijn thermometer bij de jeugd.
Nu kom ik ook weer terug op de mens. In dit door mensen ingerichte cultuurlandschap staat voor mij de mens centraal. Een redenering begint bij mij dan ook bij die mens, inwoner, burger, werker, opvoeder. Hij of zij maakt daarbij gebruik van dit aan de zee en water ontrukte gebied en probeert met goed rentmeesterschap dit aan de volgende generatie door te geven. Het gebied zoals het nu is bestaat dan ook louter bij dit principe dat die mens zich op basis van economische principes kon handhaven. Het zal dan ook zo zijn dat het niet langer kan bestaan als dat principe wegvalt. Dan verlaat de mens dit onder zeeniveau liggende gebied. Voor mij geldt de stelling dat de mens deze vruchtbare unieke delta niet verlaat. Dan zullen ook de richting van handelen en mijn principes daar nauw op aan moeten sluiten.
Als ik geloof in de mens, dan zal dit ook tot consequentie hebben dat wij dit gebied moeten delen en voldoende schaalgrootte moeten blijven geven om voorzieningen zoals scholen, winkels en agrarische familie bedrijven in stand te houden. Dit betekent dat er ook voldoende huisvesting voor moet zijn voor de jeugd. Ik meen dan ook dat het goed is op een Beemster passende wijze te bouwen voor onze toekomst. Een vitale polder kan niet zonder een gezonde mix van jong en oud. De Beemster is voor ons allen en met wie ik het kan delen wordt het van harte gegund.
Mens durf te leven.